C-RAIL.

In 1996 kwam de C-rail in het programma. De metalen bedding van de M-rail lijkt vervangen te zijn door een kunststofbedding. Dit lijkt niet zo maar het is ook zo echter de breedte is wel iets anders, de C-rail is 40mm breed en de M-rail 37,5mm. Is dit erg, normaal niet maar bij het gebruik van oude M-bruggen kom je in de problemen.

De C-rail is een rail met een realistiche railbedding. De C-rail is geschikt voor de volwassen modelbaan en voor de kinder speelbaan. De rails zijn makkelijk aan elkaar te klikken en makkelijk weer los te halen. De elektrische en mechanische verbinding is van buitenaf niet zichtbaar. Ook heeft de rail geel raillassen op de staven die soms uitgebogen kunnen raken. Daar de M-rail 3 cirkelbogen had heeft de C-rail 5 cirkelbogen. Een ander voordeel van de C-rail is dat elk gekochte handwissel naderhand makkelijk om te bouwen is naar een elektrisch bediende wissel. Dit was bij de K-rail al gebruikelijk maar was taboe bij de M-rail.

C-rail verbinden, in elkaar drukken is voldoende.

Alle verbindingen zijn gemaakt.

C-rail los halen door van elkaar weg te draaien.

Kan zowel naar links als naar rechts.

C-rail los halen door naar boven te knikken.

Knikt men de rail naar onderen dan kan de rail beschadigen.

Spoorstaven.

De beide spoorstaven zijn op de uitenden van de rail elektrisch met elkaar verbonden. De contacten onder de rail zorgen voor een goede stroomdoorvoer. Daar bij de M-rail de contactrail moeilijk te maken was is dit bij de C-rail een stuk eenvoudiger. Een contactrail is een rail waarbij de metalen wielen de geisoleerde spoorstaaf aan massa legt.

Aansluiten van de C-rail kan op elke willekeurige plaats van de modelbaan plaatsvinden. Elke rail is voorzien van lipjes om de kabelschoentjes over te schuiven. Let wel dat de rode draad aan de middenleider en de bruine aan de spoorstaven komt.

Voor een vaste baan kan men de draden ook aan de lipjes solderen. Eerst een beetje opruwen en vertinnen, dan de vertinde draad vast solderen.

Isoleren middenleider: Met isolatiesokken 74030 is de middenleider elektrisch te isoleren, Dit bij eindstukken bij kopstations of rangeersporen of bij stopstukken bij het sein. Let wel dat op beide rails van een isolatiepositie isolatiesokken aangebracht moeten zijn anders is de isolatie niet volledig.

Isoleren spoorstaven onderling: Op het plaatje is te zien hoe de elektrische verbindingen aan beide spoorstaven zijn uitgevoerd. Bij b.v. een overweg of treindetectie zullen de beide railstaven geïsoleerd moeten worden, Bij de M-rail was dit bijna onmogelijk bij de C-rail is dit eenvoudig te realiseren (M-rail 5115)

Door met b.v. een Dremel de omcirkelde bruggen door te slijpen worden de beide spoorstaven geïsoleerd. Let wel dat dit moet gebeuren aan beide kanten van de rail anders blijft de doorverbinding bestaan. Bij het begin en aan het eind van het geïsoleerde stuk moet de railstaaf met de rail-isolator elektrisch gescheiden worden.

Railisolatoren zijn rode oveschuifbusjes.

GEOMETRIE VAN DE RAIL.

De C-rail kent 5 bogen, R1 t/m R5. R1 is de kleinste cirkel en R5 is de grootste cirkel. Voor een gesloten cirkel zijn 12 hele bochten nodig.

R1 = 24130    rood     r=360mm

R2 = 24230    groen    r=437,5mm

R3 = 24330    groen    r=515mm

R4 = 24430    paars    r=579,3mm

R5 = 24530    grijs      r=643,6mm

Een voorbeeld voor de railkeuze bij een wissel. Onder de boog van de wissel is een lengte van 24172 nodig. De wissel zelf heeft een lengte van de rail 24188. De rail 24188 is op te delen in twee pasrails van 24094. De rail 24172 heeft de lengte van de passtukken 24077+24094. Een ontkoppelrail heeft de lengte van de rail 24094. Wil je op de lengte van de 24188 uitkomen dan wordt de ontkoppelrail verlengt met de pasrail 24094, voor de lengte van 24172 dan wordt de pasrail 24077 toegepast.

Wissels zijn te combineren tot bijvoorbeeld het voorbeeld links gegeven. Met de juiste keuze van de lengten wordt weer een recht uitgangspunt gecreerd.

Bochtwissels kunnen toegepast worden om in de bocht van spoorbaan te wisselen. Links staat het voorbeeld van één van de mogelijkheden.

Ook kan in de bocht overgegaan worden naar een inhaalspoor. Met alleen de 24130 bochten is de juiste onderlinge spoorbreedte te behalen.

Raillijst.